Wim Bossema

Interview | Nana Ayebia had nog een tas vol manuscripten toen de AWS plots ophield

In de jaren negentig was de Ghanees-Britse uitgeefster Becky Nana Ayebia Clarke de drijvende kracht achter de African Writers Series. De serie leefde op, tot er opeens de stekker uit werd getrokken.

 

Rebecca Nana Ayebia Clarke

Rebecca Nana Ayebia Clarke was de laatste uitgever van de African Writers Series. Net als haar voorganger James Currey sprak ik haar uitgebreid in 2013 over haar geschiedenis met de African Writers Series, 1991 tot 2002. Nana Ayebia, (Nana is een adelijke titel in Ghana), heeft nog steeds is haar eigen uitgeverij Ayebia Clarke Publishing, maar die heeft een moeilijke periode achter de rug, waarin geen nieuwe boeken uitkwamen. Het leidde tot een dispuut over auteursrechten met de Zimbabwaanse schrijfster Tsitsi Dangarembga, over wie Ayebia in het onderstaand interview nog met zoveel genegenheid sprak. Intussen gaat het weer beter, mailde ze, maar ze heeft het ook druk met haar werk voor de Labour partij. 

Hieronder staat het interview uit 2013 over haar tijd bij de African Writers Series en de rol van haar eigen uitgeverij om de promotie van Afrikaanse literatuur voort te zetten.

Het zou een feest worden 

Becky Ayebia kwam in 2002 terug van een rondreis door Afrika voor gesprekken met auteurs over de viering van het veertigjarig bestaan van de African Writers Series – het zou groots worden, een evenement, een feest – toen ze bijna op de vliegtuigtrap te horen kreeg dat de AWS zou worden gestaakt. Een Amerikaanse uitgever, Harcourt Education, had Heinemann Educational Books overgenomen en wilde niet doorgaan met de serie. 

‘Het was bizar. Ik kwam thuis met een koffer vol manuscripten. Ngugi’s Wizard of the Crow zat er nota bene bij. Ik dacht meteen: dat kan niet, ik doe het zelf wel, ik neem de gok gewoon.’ Het jaar erop had ze haar eigen uitgeverij Ayebia op poten gezet. 

De Amerikanen zagen geen winstmogelijkheden in een Afrikaanse markt. Ze hadden ook niet die band met Afrika, zoals de Britten, zegt Ayebia. Die Britse bemoeienis met het onderwijs in de Engelstalige landen in Afrika stamde uit de koloniale tijd. Het besluit kwam als een donderslag bij heldere hemel: ‘De nieuwe eigenaar had de auteurs niets laten weten. Die hoorden ervan via de media. Dat leidde tot heel veel woede. Toen hebben ze me nog een jaarcontract aangeboden, om de zaak alsnog netjes af te handelen en vooral natuurlijk om de gemoederen tot bedaren te brengen!’

‘Achebe zei tegen me: ‘Hoe kun je je zo laten gebruiken door die lui, na alles wat ze jou hebben aangedaan, en ons!’

Een eigen uitgeverij

Ayebia gebruikte het extra jaar om haar eigen uitgeverij op te zetten, ‘die het gat moest vullen’. Ze richt zich ook vooral op het Afrikaanse onderwijs met nieuwe auteurs. ‘Dus niet te veel seks, vloeken en geweld.’ Grote, gevestigde auteurs gingen met haar mee, Achebe, Ngugi, Ama Ata Aidoo. Van de ongepubliceerde manuscripten bracht ze enkele titels zelf uit; anderen bracht ze onder bij gevestigde uitgevers, zoals Random House. Ngugi’s Wizard of the Crow verscheen bij Vintage, onderdeel van Random House.  

Ze heeft romans uitgegeven en bundels met artikelen over schrijvers zoals de ode aan Efua Sutherland. De Zimbabwaanse schrijfster Tsitsi Dangarembga, die twintig jaar eerder met Nervous Conditions doorbrak maar daarna worstelde met een writers block, spoorde ze aan tot het schrijven van een nieuwe roman. ‘Ik was de vroedvrouw van dat boek!’

Becky Ayebia begon in 1991 bij Heinemann Educational Books, eerst als assistente van de managing director, na een half jaar werd ze gepromoveerd tot redacteur van de AWS. Het was een geweldige tijd, zegt ze. ‘Als meisje las ik Achebe al; ik ben opgegroeid met de African Writers Series. En nu zat ik zelf aan het bureau.’ 

 

‘Ik genoot ervan als die schrijvers te ontmoeten'

Ze was op haar 16de door haar ouders uit Ghana naar een kostschool in Groot-Brittannië gestuurd. Na haar eindexamen bleef ze. Aan de Open Universiteit en daarna in Oxford studeerde ze literatuur, ‘de Engelse klassieken, maar ik specialiseerde me op zwarte literatuur’. Bij de AWS kon ze tien titels per jaar uitbrengen. Daarnaast deed ze Caribische literatuur en Afrikaanse kinderboeken, ‘en studeerde tussendoor’. ‘Ik genoot ervan als die schrijvers te ontmoeten. De beginperiode was het vernieuwendst. James Currey was al een tijd geleden vertrokken, zijn opvolgster Vicky Unwin liet de zaak vrijwel aan mij over toen ik er eenmaal was.’ 

Het was een tijd waarin de AWS weer een impuls kreeg. In de magere jaren tachtig waren maar enkele titels per jaar verschenen. Ze kregen niet langer een nummer, volgens James Currey om niet te duidelijk te laten zien dat de groei er helemaal uit was. Maar de jaren negentig waren een tijd van democratisering en hoop in Afrika, met als hoogtepunt het einde van de apartheid in Zuid-Afrika, de vrijlating van Nelson Mandela en diens verkiezing tot president. 

Een markt in de VS

De schuldencrisis in Afrika was op de meeste plekken verlicht en heronderhandeld en er werd weer geïmporteerd. Voor de African Writers Series had Unwin ook de markt verlegd: naar de Verenigde Staten. De bloemlezingen die in de jaren tachtig verschenen waren duidelijk gericht op de behoeften van Amerikaanse universiteiten waar de zwarte en Afrikaanse literatuur tot de curricula waren doorgedrongen en populair waren geworden. 

Er meldde zich een nieuwe generatie schrijvers op de golven van een democratiseringsbeweging – mensenrechtengroepen, Afrikaanse niet-regeringsgebonden organisaties (ngo’s), artistieke groepen, nieuwe onafhankelijke media die nu wat ruimte kregen. Ayebia zag kansen voor nieuw bloed in de AWS, een geëngageerde groep auteurs zonder politieke dogma’s. 

‘Veel schrijvers zochten de frontale confrontatie met de machthebbers. Ken Saro-Wiwa was daar het schoolvoorbeeld van.’ En triest genoeg ook van de meedogenloze reactie van de machthebbers, zegt Ayebia: de schrijver en activist voor de rechten van het kleine Ogoni-volk dat werd geteisterd door olielekken door Shell werd door militaire junta opgehangen. ‘In Malawi werd onze dichter Jack Mapanje opgesloten.’ 

Meer en meer werden de schrijvers gezien als de opstokers van de oproerkraaiers die democratie eisten, zegt Ayebia, en de een na de ander nam de wijk naar de VS of Europa. ‘Achebe moest in ballingschap leven. Hij was diep ongelukkig met de gebeurtenissen in Nigeria. Hij probeerde de gouverneur in zijn deelstaat uit zijn ambt te ontzetten. Maar hij deed het vanuit de VS, op een relatief veilige afstand. Ook Ngugi kwam onder vuur te liggen en week uit.’ 

'Veel jonge schrijvers zijn weg van het continent, maar voelen wel een sterke band'

‘De nieuwe generatie schrijft heel vrij over politieke kwesties, maar de meeste jonge schrijvers zijn weg van het continent. Ze voelen nog wel een sterke band met Afrika en pendelen soms, zoals Chimamanda Ngozi Adichie en Helon Habila. Maar hun werk ademt een totaal andere sfeer dan dat van hun voorgangers. Ze hebben een veel bredere blik op de wereld. Ze zoeken hun lezers overal: we moeten onze boeken op allerlei lijstje in Europa zien te krijgen. Ze willen laten zien dat er een ander Afrika is dan dat we krijgen voorgeschoteld in de media, dat hun lezers begrijpen dat er niet allen zielige gevallen in Afrika wonen. Ze willen tot de wereld spreken, niet alleen tot Afrika.’

Afropeaan

‘Ik voel me echt heel verwant met die jonge generatie. Ik noem mezelf al jarenlang een Afropeaan. Mijn man is Brits, mijn zoon is Brits. En ik heb een koninklijke titel, nana, van mijn geboortestreek in Ghana. Ik ga er eens per jaar naartoe omdat ik mijn onderdanen door ceremonies moet leiden. Ik spreek drie Ghanese talen.’

Voor haar uitgeverij is de Amerikaanse boekenmarkt, vooral op universiteiten met hun Afrikaanse Studies van levensbelang – net als voor de uitgeverij van James Currey en de AWS. Daarnaast wordt Zuid-Afrika ‘echt groot’. Ze verwierf de rechten voor de verkoop in Zuid-Afrika van Wole Soyinka’s monumentale autobiografie You Must Set Forth at Dawn

De African Writers Series zelf kreeg in 2008 nieuw leven ingeblazen. De serie kwam onder de educatieve uitgeverij Pearson te vallen. Die ging weer titels drukken, waarnaar vraag was voor de leeslijsten van middelbare scholen en universiteiten. Van de eerste serie zijn veel titels online beschikbaar voor bibliotheken via Chadwyck.co.uk.

James Currey en Becky Nana Ayebia in 2014.