Wim Bossema

Waarom de lezer bij de trilogie van Tsitsi Dangarembga steeds de zenuwen krijgt

In het werk van Tsitsi Dangarembga hangt op elke pagina dreiging in de lucht. Hoofdpersoon Tambudzai (of Tambu) is in This Mournable Body zo aan lager wal geraakt dat iedereen in haar omgeving, een pension voor meiden, een gevaar vormt. De spanning draagt Tambu al met zich mee vanaf het begin van de trilogie; dit boek is het derde en staat op de shortlist van de Britse Booker Prize. Meer dan dertig jaar geleden begon het al in Nervous Conditions met de openingszin: ‘Ik vond het niet erg dat mijn broertje doodging.’

In het vervolg, The Book of Not, dat pas in 2006 verscheen, vliegt in de openingspassage het been van Tambu’s zus Netsai door de lucht. Die is op een landmijn gelopen. Het ongeluk redt waarschijnlijk juist het leven van hun oom, een schoolhoofd, die op dat moment zwaar wordt mishandeld door de comrades, de vrijheidsstrijders tegen het witte minderheidsbewind in toenmalige Rhodesië, waartoe zus Netsai behoort. De oom, onder wiens hoede Tambu elite-onderwijs kan volgen, wordt als collaborateur gezien. Dit is de gewelddadigste scène in Dangarembga’s werk, maar die angst en dreiging blijven de rest van Tambu’s leven hangen. Als goed en kwaad niet uit elkaar zijn te houden, wordt een mens nerveus.

Documentaires

Dat er zulke lange periodes zitten tussen het verschijnen van haar boeken komt doordat ze zich na haar debuut op filmen stortte en daarvoor een opleiding in Duitsland volgde. Het schrijven kwam naast het documentaires maken. Maar ook had ze moeite haar boeken uitgegeven te krijgen, heeft ze in diverse interviews gezegd. Nervous Conditions was al vier jaar af, voordat een uitgever, The Women’s Press in Londen en in het kielzog Zimbabwe Publishing House, interesse toonde en de roman in 1988 uitbracht. Voor de opvolger vond ze uiteindelijk steun bij de kleine uitgeverij Ayebia. This Mournable Body werd in 2018 in de VS uitgegeven, maar de Britse uitgave kwam pas dit jaar.

Dat is vreemd, omdat Nervous Conditions al snel gold als een klassieker, geprezen door grootheden als Doris Lessing (die opgroeide in Zimbabwe). Het speelt tijdens de onderdrukking van de zwarte bevolking door de witte kolonisten die de macht hadden gegrepen onder leiding van Ian Smith toen de koloniale macht Groot-Brittannië wilde overgaan tot dekolonisatie in 1965. Er volgde een bloedige vrijheidsoorlog tegen het apartheidsregime van Smith die duurde tot 1979; een vredesakkoord leidde tot een werkelijk onafhankelijk Zimbabwe in 1980. Dangarembga beschreef die vreselijke periode door de ogen van een opgroeiend dorpsmeisje en haar verhouding tot haar zus Netsai en haar relatief bevoorrechte nichtje Nyasha. Dat was toen een nieuw gezichtspunt.

Dubbele onderdrukking

De nervous condition wordt niet alleen veroorzaakt door koloniale overheersing en racisme – het begrip komt van de Franse filosoof Sartre in diens inleiding van het baanbrekende boek over de gekoloniseerde psyche De verworpenen der aarde van Franz Fanon - maar voor vrouwen ook door de onderdrukking in de traditionele cultuur van het Shona-volk. En die dubbele onderdrukking en geestelijke terreur tegen vrouwen ging gewoon door nadat de bevrijdingsbewegingen aan de macht waren gekomen, onder Robert Mugabe.

In The Book of Not zijn Tambu en Nyasha op een elitaire, katholieke middelbare meisjesschool beland, tussen de witte, rijke klasgenootjes. Buiten woedt de guerrilla, op school worstelt Tambu met wat ze allemaal níet blijkt te zijn en níet blijkt te hebben om succes in het leven te verwerven. En toch lukt het haar tot de top door te dringen, een reclamebureau in de hoofdstad Harare. Daar treft ze haar schoolrivale, de witte Tracey. Zo duurt de spanning voort. Geen happy end: nadat een oudere witte collega (man) met haar idee aan de haal is gegaan, neemt Tambu ontslag. Na die cliffhanger moesten Dangarembga-fans dus twaalf jaar wachten voor ze te weten komen hoe het verder gaat met Tambu.

Vereenzaamde vrouw

Dat is even flink slikken. Veel erger kan het niet: een vereenzaamde vrouw, die te oud is geworden voor het jongerenpension waar ze in een smerig kamertje bivakkeert en soms vegeteert, zonder werk, die het contact met haar familie mijdt, vooral met haar veeleisende moeder: waarom stuurt de dochter met een chic diploma geen geld voor haar zus de oorlogsheldin met maar één been.

Dangarembga sleurt de lezer mee in de groeiende gekte van haar hoofdpersoon, in een indringende stijl in de jij-vorm als het over Tambu gaat. En steeds is er die dreiging dat de jij-persoon iets ergs gaat doen. Dat gebeurt dan ook en Tambu belandt in een psychiatrische inrichting.

Verlossing komt uit de nieuwe wereld na de bevrijding: nicht Nyasha is met haar Duitse man en haar kinderen uit Duitsland teruggekeerd, Tambu mag bij hen intrekken om te herstellen. De toon van de roman verandert opeens van zwaar naar licht en vermakelijk. Dangarembga putte waarschijnlijk uit haar eigen leven voor de zelfspot over de verwesterde Nyasha, die na haar terugkeer de houding van een goedbedoelende ontwikkelingswerker aanneemt, en haar hulpproject al snel ziet verzanden. Het politieke gekibbel tussen de progressieve echtelieden is soms hilarisch. Tambu knapt ervan op. Maar dan stuit ze bij toeval op haar oude, witte rivale Tracey.

Westerse toeristen

Tracey biedt Tambu een nieuwe kans bij haar eigen, jonge bedrijfje dat westerse toeristen tours verkoopt. Een intelligente zwarte vrouw is nu een must voor het bedrijf in het onafhankelijke Zimbabwe. Eindelijk kan Tambu haar vleugels uitslaan. Ze krijgt een mooie bungalow in een wijk waar vroeger alleen de witte welgestelden woonden. Maar de optimistische draai in het verhaal duurt maar even: als Tambu een ambitieuze tour voor Duitse toeristen naar een authentiek Afrikaans dorp conceptualiseert, dringt het ongemakkelijke gevoel van ‘als dit maar goed gaat’ weer op. Zeker als dat het dorp van haar familie blijkt te zijn, waar haar moeder en zus nog wonen.

Het toerisme brengt geld en werk naar het dorp, maar ook vernedering en tweespalt. Tambu’s venijnige moeder zorgt voor de uitbarsting, de desastreuze climax in Dangarembga’s somber stemmende roman.

De romans van Dangarembga gaan over trauma’s, persoonlijke en in de samenleving. Ze put daarbij uit haar familiegeschiedenis; elementen uit Dangarembga’s eigen levensloop zijn te vinden bij nicht Nyasha, net als zij getrouwd met een Duitser.

Metafoor

Het wel en wee van Tambu en haar familie in de drie romans kun je ook lezen als een metafoor voor de politieke gebeurtenissen in Zimbabwe. Dat heeft Dangarembga in interviews beaamd. En Zimbabwe staat er beroerd voor, ook na het aftreden en het overlijden van Mugabe is de armoede gigantisch, evenals de repressie door de zichzelf verrijkende partij-elite. In de roman komt dit alles niet expliciet voor, maar Dangarembga is al jaren via sociale media een scherp criticus van het bewind. Op 31 juli werd ze nog opgepakt en zat ze een nacht in de cel, omdat ze tegen corruptie had gedemonstreerd met een vriendin.

De titel, This Mournable Body, verwijst naar een artikel van de Nigeriaans-Amerikaanse schrijver Teju Cole in The Atlantic uit 2015, Unmournable Bodies, na het bloedbad bij Charlie Hebdo. Mooi dat de slachtoffers van de islamistische terroristen worden geëerd, schreef Cole, maar ook wrang dat niet wordt getreurd om de vele anonieme slachtoffers van westerse luchtaanvallen en drone strikes. Dangarembga draait dit om: zij richt wel de aandacht op de onbetreurde verliezers in deze wereld.

Dit artikel verscheen eerder op het Afrikablog van de Volkskrant en is hier te vinden.