Wim Bossema

Spelen met de clichés over Afrikaanse schrijvers

Voor de 'Diepst verborgen herinnering van de mens' ontving de Senegalese auteur Mohamed Mbougar Sarr de meest prestigieuze literaire prijs van Frankrijk. Hoe was dat mogelijk?

En daar stond hij ineens in de schijnwerpers van literair Frankrijk: Mohamed Mbougar Sarr. Hij had het hoogste gewonnen: de Prix Goncourt. Zijn roman La plus sécrète mémoire des hommes was bekroond als beste wat er was geschreven in de Franse taal in 2021. Bewondering alom in de Franse kwaliteitskranten en de sjieke literaire tijdschriften. Die prachtige taal, die onbegrensde verbeelding, kwam dat omdat hij een auteur uit Afrika was, uit Senegal? De eerste auteur geboren in sub-Sahara Afrika die de Goncourt wint, een historische gebeurtenis. Betekende dit de definitieve doorbraak van de Afrikaanse literatuur in de westerse wereld? En dan was Sarr nog maar begin dertig; hoe was het mogelijk zo'n volwassen ideeënroman, in een lange traditie van de Franse letterkunde. 

De Engelse vertaling komt pas dit najaar, dus we moeten nog zien hoe de roman daar valt. Artikelen in grote kranten als The New York Times en tijdschriften als The New Yorker waren in ieder geval al even bewonderend. In Nederland is de vertaling vorig jaar uitgekomen en zeer goed ontvangen. De Volkskrant koos De diepst verborgen geschiedenis van de mens als allerbeste van alle boeken die in 2022 waren verschenen. De vijfsterrenrecensie in de krant van Henk Pröpper was eerder al ongebruikelijk laaiend enthousiast.

De Volkskrant kwam ook nog met een uitgebreid interview waarvoor oud-Frankrijkcorrespondent Ariejan Korteweg naar Parijs was afgereisd. Hij stelde de even cruciale als ongemakkelijke vraag: hoorde zijn boek in de boekwinkel niet bij de Franse literatuur te staan in plaats van bij de Afrikaanse? Sarr antwoordde slim dat alle Franstalige romans bij elkaar zouden moeten staan. En had hij twijfels over de motieven om hem de Goncourt toe te kennen? Die had hij wel: er was geschreven dat het precies een eeuw was geleden dat de eerste zwarte schrijver, René Maran uit Martinique de prijs had gekregen. Het idee dat hij de prijs als een soort jubileum zou hebben ontvangen, vervulde Sarr met afschuw.

Die twijfel zal blijven kleven aan prijzen zolang zwarte winnaars een uitzondering vormen. Marie NDiaye, Senegalese vader en Franse moeder, kreeg overigens in 2009 al de Prix Goncourt, maar zij is geboren in Parijs en wordt kennelijk als Franse auteur gezien. De Marokkaans-Franse schrijfster Leïla Slimani ontving de Goncourt in 2016.

Het is een teken aan de wand dat vergelijkbare vragen al speelden in 1968 toen Yambo Ouologuem de Prix Rénaudot kreeg voor zijn roman Le devoir de violence. Sarrs roman is een hommage aan de Malinese schrijver en zijn boek, het is een zoektocht naar een personage dat op hem is geïnspireerd. Ouologuem werd beschuldigd van plagiaat in enkele passages, werd in de ban gedaan door literair Frankrijk en verdween verontwaardigd van het toneel.

Intellectuelen worden toegejuicht als exotisch parels en verketterd als primitieve oplichters

Zo wreed, koloniaal en racistisch wordt er omgegaan met intellectuelen uit het (vroegere) imperium die de eerste viool willen spelen in de metropool. Ze worden toegejuicht als exotische parels en even hard verketterd als primitieve oplichters.

Het was niet zomaar een schrijver die werd betrapt, het was een Afrikaan. Ouologuem jatte passages van Graham Green en René Schwartz-Bart, van westerse schrijvers, om zijn roman op te peppen en mee te kunnen doen in de Franse grote literatuur, was het verwijt. Zijn tegenwerping dat hij het recht heeft te spelen met verborgen verwijzingen naar andere romans en naar de grote verhalen uit de mondelinge vertelkunst in de Sahel, werd weggehoond.

Beschuldiging van plagiaat heeft een extra lading bij een immigrant, een ex-gekoloniseerde, een 'évolué'. Het is denigrerend voor een heel 'ras'. Afrika, altijd bezig Europa te imiteren.

Iets vergelijkbaars overkomt T.C. Elimane in Sarr’s roman. Elimane's bekroonde meesterwerk uit eind jaren dertig Le Labyrinthe de l'inhumain wordt getroffen door beschuldigingen van plagiaat en uit de handel genomen. De auteur, die eerder de bijnaam ‘le Rimbaud nègre’ opgeplakt had gekregen, verdwijnt. Tientallen jaren later heeft hij een mythische status onder een kleine schare kenners. De jonge schrijver Diégane Latyr Faye gaat op onderzoek uit: wat is er met Elimane gebeurd?

Het is een intrigerend levensverhaal. Sarr breidt Ouologuems biografie uit met allerlei zijpaden en fascinerende personages. Die vertellen in hun eigen stijlen delen van de reconstructie van Elimane's verhaal aan schrijfster Siga D. en die geeft het door aan hoofdpersoon Diégane. Niet voor niets wordt Sarr’s roman zo vaak als duizelingwekkend omschreven. Maar onder al die literaire virtuositeit is een van de belangrijkste thema's betrekkelijk verborgen gebleven: de literatuur zelf.

Je kunt La plus secrète mémoire des hommes lezen als een meta-roman. Het lot van Elimane is dan een metafoor voor de plek van de Afrikaanse auteur en, nog breder, voor de hele Afrikaanse moderne letterkunde in de Parijse, Franse, Europese en westerse hoofdstroom van literaire elite en kritiek. Het racisme dat er door de aderen stroomt, het anti-semitisme dat Elimane's uitgevers treft, het opzettelijke onbegrip voor literaire hoogstandjes uit andere culturen.

De zoektocht naar de verdwenen auteur gaat ook over de vraag of de Afrikaanse roman wel bestaat. Vreemd dat het in recensies nauwelijks is opgemerkt, want Sarr geeft duidelijke hints: een schrijver, een boek, critici, bewonderaars.

Dit is een van de eerste boeken door een auteur geboren in Afrika die zo'n thema heeft: literatuur over een literaire kwestie. Het schrijven zelf als rode draad, de rol van de schrijver. In de westerse literatuur is dit thema al lang gemeengoed. Hoort dit boek niet bij de Franse literatuur, is daarom een heel terechte vraag van Ariejan Korteweg. Een vraag met een dubbele bodem: is deze Afrikaanse roman nu goed genoeg? Was de Afrikaanse literatuur eigenlijk nog geen echte literatuur? En mag die met Sarr nu eindelijk emanciperen en worden ingelijfd in de Franse literatuur?

Op welk lezerspubliek richt Sarr zich eigenlijk vooral met dit boek? In de Senegalese pers verschenen enthousiaste en trotse nieuwsberichten over de gelauwerde zoon in het vroegere koloniale moederland Frankrijk. Maar over de roman zelf werd weinig geschreven. Wel brak er een publicitair relletje uit toen een islamitische geestelijke zich keerde tegen de homoseksualiteit in een eerder boek van Sarr.

Het lijkt er sterk op dat Sarr vooral zijn Franse en andere westerse lezers een spiegel wil voorhouden. Anja-Hélène van Zandwijk, docente moderne Franstalige literatuur, denkt eveneens dat Sarr vooral een westers publiek voor ogen heeft. Hij speelt volgens haar een geraffineerd spel met allerlei elementen uit de wereldliteratuur. Het is verleidelijk te zoeken naar opzettelijk 'geplagieerde' passages in Sarrs boek, maar volgens Anja-Hélène van Zandwijk noemt Sarr zelf al namen bij zijn hommages aan beroemde schrijvers.

De belangrijkste zijn de Franse schrijver Albert Camus en de Argentijnse grootmeester Borges. Ze wijst op de titel van Elimane's boek, Le Labyrinthe de l'inhumain, een verwijzing naar Borges' labyrint. Een flink deel van de roman speelt zich verhalend af in Argentinië, waarheen Elimane is uitgeweken, omdat hij de verrader van zijn Joodse uitgevers, een intrigerende Duitse nazi met liefde voor literatuur, wil opsporen.

Sarr noemde zelf de Chileens dichter en schrijver Roberto Bolaño als inspirator voor zijn roman. 'Hij veranderde radicaal mijn idee over schrijven,' zei hij in een interview met het tijdschrift The Africa Report. Sarr wees erop dat Bolaño ook boeken schreef die in Afrika spelen. Voor de Congolese schrijver Sony Labou Tansi was Gabriel García Márquez de grote inspirator, ging Sarr verder. Hij laat zijn verhaal zo lang in Latijns-Amerika spelen omdat daar vandaan de schrijvers komen die hij bewondert, zei hij tegen het weekblad Nouvel Obs (in een dubbelinterview samen met Slimani). Daar leeft de négritude bovendien veel meer door dan in Afrika. Hij verzet zich zo ook tegen dat vreselijke westerse cliché van 'leven tussen twee culturen' van auteurs zoals hij. Er is zoveel meer van invloed dan 'Afrika en Frankrijk'.

In het vraaggesprek met Clarisse Juompan-Yakam van The Africa Report geeft Sarr wat meer prijs dan aan Franse journalisten als die van Nouvel Obs. Hij noemt bijvoorbeeld de Senegalese schrijfster Ken Bugul (het pseudoniem van Mariétou Mbaye Biléoma) als model voor zijn personage Siga D.

Maar over het algemeen houdt hij zich in vraaggesprekken glimlachend op de vlakte bij zulke vragen naar verborgen verwijzingen. Pastiche van schrijfstijlen is per slot van rekening deel van zijn spel. Daar kunnen literatuurstudenten naar speuren en over hun vondsten scripties schrijven. Dan zal Sarr in zijn vuistje lachen.

Sarr imiteert voor de fragmenten van Elimane in ieder geval openlijk de epische stijl van Ouologuem. In The Africa Report (zusterblad van het Franstalige Jeune Afrique) neemt hij het volledig op voor Ouologuem, die het volste recht had te spelen met 'hommages' en 'intertekstualiteit', naar eigen goeddunken. Dat Afrikaanse auteurs en politici hem eveneens afwezen - maar zij omdat Ouologuem de medeplichtigheid van de Afrikaanse vorsten aan de slavernij en het kolonialisme hekelde en zo de kolonialen in de kaart zou spelen - vindt Sarr nog steeds schandalig.

Zulke kritiek krijgt Sarr nu ook in Afrika, merkte Juompan-Yakam op: dat hij 'schrijft voor witte mensen'. Wat zou het betekenen als hij 'voor Afrikanen zou schrijven', kaatste Sarr terug. De polemieken en haternijen die verhevigden na het winnen van zijn prijs probeert hij zoveel mogelijk te negeren. Als hij zich laat provoceren tot debatten over homoseksualiteit in Afrika, is het eind zoek. Zijn boeken moeten maar voor zich spreken. Maar de bedreigingen, ook aan zijn familie in Senegal, zijn soms behoorlijk gewelddadig en baren hem wel veel zorgen.

Sarr will niet worden gelauwerd als ‘Afrikaanse of zwarte auteur’

Het hoort bij de roem, beseft hij. Net als de symboolfunctie, die hij verafschuwt, maar niet kan voorkomen. Frans is nu ook echt onze taal, van de schrijvers uit sub-Sahara Afrika, geworden met de prijs, zegt hij. En tegen Nouvel Obs vertelde hij dat hij niet wilde worden gelauwerd als 'Afrikaanse of zwarte auteur', maar dat het Malinese kamermeisje in zijn hotel wel zo blij was dat een mede-Afrikaan had gewonnen.

Er zijn grote verschillen tussen de positie van Afrikaanse schrijvers en hun werken in de tijd van Ouologuem en die van nu. In Ouologuems tijd overheerste politiek optimisme in de net onafhankelijk geworden ex-koloniën. Dat duurde niet lang. Halverwege de jaren zestig verstoorde een reeks militaire staatsgrepen de visioenen over nieuwe, betere en vrije samenlevingen. Schrijvers als Achebe en Soyinka hekelden de nieuwe elite en machthebbers. Ouologuem ging misschien iets verder met zijn thema dat Afrika altijd doortrokken van geweld is geweest. In de westerse literaire wereld werden Afrikaanse schrijvers als curiositeiten uit een andere wereld gezien. Tot de plagiaatzaak. Ouologuem is in de Engelstalige wereld overigens veel minder verguisd dan in de Franstalige. De vertaling Bound to Violence verscheen met een korte erkenning van het lenen bij Greene gewoon in de fameuze African Writers Series van Heinemann, gericht op scholieren en studenten in Afrika en het Verenigd Koninkrijk.

Tegenwoordig wonen, werken, studeren en schrijven veel meer Afrikanen in Europa en de Verenigde Staten. Het genre 'diasporaliteratuur' overheerst in de romans van Afrikaanse auteurs. De ervaringen van immigranten in het Westen staan daarin centraal. Die literatuur wordt gretig gelezen en besproken in de westerse literaire wereldjes en media. 

Het boek van Sarr past ook in deze categorie: Diégane is een representant van de succesvolle, zelfbewuste, intelligente jongeren uit Afrika, die zichzelf ook wel aanduiden als 'Afropeanen' of 'Afropolieten'. Hij voelt zich op zijn gemak in Parijs of Amsterdam. Afrika is de achtergrond, alleen de plaats van handeling in het verhaal over Elimane's ouders, dat aan hem wordt verteld door Siga D.

Zelf arriveert Diégane pas in Senegal aan het eind van de roman. Sarr maakt er een bijna hallucinerend slot van. Hij schetst een hoogst romantisch beeld van het dorpse Afrika, mooi, mysterieus, maar bij nader inzien wrang. Je vraagt je af: neemt Sarr tussen de regels ook een willekeurige afrofiele Franse schrijver op de hak? Het deed me ook denken aan de Afrikaanse sfeer in Marie NDiaye's roman Ladivine. Sarr speelt vaak met de clichés over Afrika: een meeslepende verhaallijn is het lot van Elimane's Franse critici, die de een na de ander op mysterieuze wijze doodgaan. Is het zwarte magie, is Elimane een sorcier, een tovenaar?

Over Ouologuem gingen verhalen dat hij na zijn terugkeer in Mali als een marabout afgezonderd door het leven ging, maar dat is mythevorming volgens de Liberiaans-Nederlandse schrijver Vamba Sherif. Die trof de oude meester in 2003 aan in Mali, in Sévaré bij de stad Mopti. Hij was opgewonden, want Ouologuem was voor hem 'een levende legende'. Maar de ontmoeting liep uit op een teleurstelling: er was eigenlijk geen goed woord meer met hem te wisselen, zegt Vamba Sherif.

Ouologuem (die overleed in 2017) is nu terug in de belangstelling, dankzij La plus secrète mémoire des hommes. Binnenkort komt er een nieuwe uitgave van Le devoir de violence op de Franse markt, een vorm van herwaardering. Een nieuwe Nederlandse vertaling verschijnt deze zomer. Vamba Sherif schreef er een nawoord voor.

Heeft Ouologuems roman ons nog iets te vertellen, of is het vooral een boek om eens te bekijken na het lezen van de roman van Sarr? Vamba Sherif: 'Ik vind dat we Ouologuem zeker moeten lezen, zijn boek is beter dan dat van Sarr! Het is vlammend, boos, tegen de gevestigde orde, tegen al die gewelddadige tradities. Het heeft mij enorm geïnspireerd voor mijn roman Zwijgplicht, dat in het Engels verscheen als Bound to Secrecy. Ouologuems boek heeft nieuwe wegen geopend. Eeuwen geschiedenis in 200 pagina's, dat is toch ongehoord! Het is zo'n boek met universele waarde. Ik heb waardering voor Sarr, maar het is toch raar dat zijn boek succes heeft en dat van Ouologuem niet wordt gelezen.'

Meer lezen over schrijver en boek hier en hier en hier en hier.

Wim Bossema is medewerker en oud-redacteur van de Volkskrant en mede-initiatiefnemer van de ZAM Boekenclub van lezers en schrijvers.